Bij functional training wordt er niet zoals in de klassieke fitness met krachttoestellen getraind en dit brengt voordelen met zich mee. Hieronder worden de voordelen daarvan samengevat en wordt tegelijk ook het concept van functional training beschreven in enkele punten.

  1. Geen spieren, maar bewegingen trainen
    Spieren werken altijd in ketens, dat wil zeggen dat er altijd een samenwerking is tussen meerdere spieren. Het lichaam werkt volgens de planes of motion. De planes of motion zijn de drie richtingen waarin het lichaam kan bewegen. Bij het trainen op fitnesstoestellen wordt hoofdzakelijk maar één richting aangesproken, de beweging van voor naar achter is de meest voorkomende. Terwijl we in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld bij het terugplaatsen van de bloem in de kast, constant bewegen in alle drie de vlakken. Naast het frontale vlak leggen we bij functional training ook de nadruk op het sagitale en het transversale vlak. De oefeningen laten je dus toe je dagelijkse beweging te verbeteren.

  2. Toename van stabiliteit
    Bij functional training moet je bij de meeste oefeningen zelf zorgen voor je stabiliteit, terwijl je dat bij een fitnesstoestel niet moet controleren. Dit maakt de oefeningen completer of functioneler. Om de stabiliteit aan te spreken maken we onder andere gebruik van BOSU-ballen en fitnessballen, maar ook oefeningen op één been spreken deze stabiliteit aan.